Duurzame energie zorgvuldig ingepast in stad en platteland

Afbeelding van Bishnu Sarangi via Pixabay 

De energietransitie zal het Nederlandse landschap de komende twintig jaar misschien wel ingrijpender veranderen dan ooit te voren .

Veel eerdere projecten van energiewinning zijn nog in het Nederlandse landschap terug te zien: de laagveenplassen in Midden-Nederland, de windmolens aan de Kinderdijk en de bergen mijnafval in Limburg. Sommigen zijn zelfs wereldcultuurerfgoed .

Wat wordt de praktijk om Parijs-akkoord te halen: natuurlijk met stip bovenaan : energie besparen, écht isoleren en restwarmte / energie benutten

Maar dan nog zijn enorme hoeveelheid extra energie nodig, die duurzaam en in allerlei vormen moet worden opgewekt. Duurzame energie opwekking betekent vooral windenergieparken, zonneweiden en biomassateelt (akkers) en geothermische warmte. Dit vraagt véél meer ruimte in het landschap dan fossiele energie uit centrales, en zo krijgt iedere burger er mee te maken !

Hoe kan de provinciale politiek dit uitvoeren :

  • Door een goed provinciaal landschapsplan te maken vanuit de visie van landschapsarchitectuur waarin noodzakelijke energieopwekkers  en de landschappelijke kwaliteit elkaar versterken: de nieuwe energievormen moeten een ‘extra kwaliteitslaag’ in het landschap gaan vormen,met bijvoorbeeld kunstmatige eilanden / weiden met windturbines, zonnepanelen of de zonnebomen: land-art-achtige kunstwerken die energie opwekken maar die wél in het landschap zijn ingepast.
  • Door windmolenparken en zonneweiden niet van bovenaf opdringen. In de discussies gaat het nu vooral over de toegepaste techniek en aantallen megawatt. Maar techniek moet niet leidend maar dienstbaar zijn. Kies een benadering van onderop, met veel aandacht voor de sociaal-culturele kant. Betrek burgers en lokale bedrijven erbij. Co-creatie is het kernwoord .
  • Door bij het presenteren van nieuwe plannen te zorgen voor transparantie en openheid door o.a. duidelijke visualisaties van de plannen in het landschap, om zo gefundeerde meningen te krijgen, en de onderbuikgevoelens weg te nemen.
  • Door de megagrote turbines nooit en te nimmer in kleinschalige landschappen en (voormalige) nationale landschappen te plannen.
  • Door het stimuleren om vooral grote bedrijfsdaken “vol” te leggen met zonnepanelen.

In de hele discussie van de energietransitie blijft de goede inpassing in de ruimtelijke ordening vaak onderbelicht. Dit moet worden doorbroken, en kan een taak zijn van de provinciale overheid.